Heeft u veel spaargeld? Dan kan het zijn dat u belasting over uw spaargeld moet betalen. Hoe zit dat? En kun je belasting over spaargeld voorkomen?
In veel landen geldt een belasting op inkomen uit vermogen. Wie bijvoorbeeld veel winst behaald met aandelen moet over de winst een bepaald percentage belasting betalen. In Nederland wordt een ander systeem gehanteerd. Hier bent u belasting verschuldigd over een fictief rendement. Of u nu prachtige winsten hebt geboekt op uw beleggingen, of juist uw vermogen hebt zien verdampen maakt niet uit. De fiscus gaat ervan uit dat u winst had kunnen maken en heft belasting over die fictieve winst.
Of uw vermogen geheel bestaat uit spaargeld, of geheel is belegd in risicodragende beleggingen doet voor de Belastingdienst ook niet ter zake. Wat wel relevant is, is de hoogte van uw vermogen. De fiscus rekent met een vast percentage van de waarde van uw vermogen. Deze waarde, ook wel de grondslag sparen en beleggen genoemd, berekent u door de totale waarde van uw bezittingen te verlagen met uw schulden op 1 januari van het belastingjaar. Om te bepalen hoeveel belasting u over 2023 op uw spaargeld betaalt, is dus uw vermogen op 1 januari 2023 leidend.
Niet iedereen hoeft belasting over spaargeld te betalen. Kleine spaarders worden door de fiscus ontzien. In box 3 is namelijk sprake van een heffingsvrij vermogen. Indien uw totale vermogen niet boven deze drempel uitkomt, hoeft u geen belasting over vermogen (Box 3) te betalen.
De hoogte van het heffingsvrij vermogen bedraagt in 2023 € 57.000 per persoon. Dat betekent dat iemand zonder fiscale partner € 57.000 spaargeld kan hebben zonder dat hierover belasting betaald moet worden. Bent u getrouwd of heeft u een fiscale partner? Dan wordt over de eerste € 114.000 vermogen geen belasting geheven
Het voordeel van de fictief-rendements regeling is dat u geen uitgebreide administratie hoeft bij te houden of ingewikkelde aangifte moet doen. En wie veel verdient, betaalt relatief weinig belasting.
Het nadeel is dat ook niet-behaald rendement belast is. Niet iedereen vindt dat eerlijk, reden voor een aantal spaarders om de rechter te vragen zich hierover uit te spreken. De rechter gaf hen gelijk. De Hoge Raad oordeelde dat de Box 3-methodiek, waarbij de Staat bepaalt hoe u uw vermogen had moeten verdelen, strijdig is met “het recht op eigendom en het gelijkheidsbeginsel uit het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.” Bovendien: “Naar het oordeel van de Hoge Raad is er niet een redelijke verhouding tussen de belangen die de wetgever heeft willen dienen met het forfaitaire stelsel (uitvoerbaarheid, realiteit en opbrengst) en de ongelijkheid die met het stelsel wordt veroorzaakt.”
Ondanks deze stevige uitspraak blijft het stelsel in beginsel van kracht. Wel kunnen belastingplichtigen bezwaar aantekenen tegen de belastingaangifte. De Staatssecretaris heeft inmiddels erkend dat de huidige regeling niet houdbaar is en de wijze van berekenen voor Box 3 aangepast.
De Belastingdienst gaat in het nieuwe systeem niet langer meer uit van een aantal standaardportefeuilles waarbij u mensen met meer vermogen geacht werden relatief steeds meer te beleggen. In plaats daarvan wordt de daadwerkelijke opbouw van uw vermogen leidend.
In het oude stelsel was het zo dat mensen die veel spaargeld hadden, vaak met een lage of negatieve spaarrente vergoeding, belasting betaalden alsof ze koerswinsten hadden geboekt. De nieuwe methode, die vanaf 2023 geldt, gaat uit van de werkelijke samenstelling van uw vermogen. Bij de aangifte Inkomstenbelasting 2022 mag u rekenen met een rendement van 0,00% belasting over uw spaargeld. Over uw beleggingen en andere bezittingen betaalde u 5,53%, terwijl u over schulden een negatief rendement van 2,28% maakte.
Nu de rentes weer oplopen neemt ook het inkomen uit spaargeld toe. Daarom gelden voor 2023 andere percentages:
De belasting op spaargeld in 2023 bedraagt 0,36% (bank- en spaartegoeden en cash geld). Met aandelen, beleggingen en andere bezittingen wordt u in 2023 geacht 6,17% rendement te realiseren, terwijl uw schulden u 2,57% kosten.
Het berekenen van de verschuldigde belasting over spaargeld en ander vermogen is op het eerste gezicht nogal ingewikkeld. Om het juiste bedrag te berekenen moet u vijf stappen doorlopen:
Over de laatste waarde betaalt u 32% belasting.
Marieke is alleenstaand en heeft een paar jaar geleden een erfenis ontvangen. Omdat ze een huis wil kopen, heeft ze dit geld op de bank laten staan. Marieke heeft geen schulden. Ze heeft in totaal € 175.000 op haar spaarrekening, en heeft geen andere bezittingen.
Marieke is dus 32% x 424 = 135,68 belasting over haar spaargeld verschuldigd.
Mehmet is getrouwd (en heeft dus een fiscaal partner). Het echtpaar heeft € 65.000 op een spaarrekening staan. Daarnaast bezitten ze een beleggingsportefeuille van € € 125.000. Ze hebben een persoonlijke lening lopen van € 7.500
Verschuldigde belasting over inkomen uit spaargeld en overig vermogen: 32% x € 2.884 = € 922
De makkelijkste manier om te voorkomen dat je belasting over je spaargeld moet betalen is natuurlijk om te zorgen dat u geen spaargeld heeft. Eén manier om dit te bereiken is om al het geld uit te geven aan dure vakanties en chique etentjes.
Een andere manier is om al uw geld van de bank te halen en thuis te bewaren. Dit heeft echter twee grote nadelen: het is riskant (bij brand of inbraak bent u al uw geld kwijt) én u bent ook over uw contante geld belasting verschuldigd. Stiekem geld bewaren zonder dat u dit bij de aangifte meldt kan forse boetes opleveren. Het leeghalen van uw spaarrekening heeft dus geen enkele zin als u wilt voorkomen dat u over uw spaargeld belasting moet betalen.
Toch zijn er enkele manieren om de belasting over uw spaargeld te verminderen, zonder dat u er armer van wordt.
Belasting over spaargeld voorkomen is mogelijk door te beleggen in specifieke milieuprojecten. Voor groene beleggingen en spaartegoeden is een vrijstelling van kracht. De Belastingdienst spreekt over groen sparen wanneer u uw spaargeld aanhoudt bij een bank die deelneemt in bepaalde projecten. In 2023 leveren dergelijke groene beleggingen een vrijstelling van € 65.072 (zonder fiscale partner) of € 130.144 (met fiscale partner). Over dit bedrag hoeft u geen Box 3 belasting te betalen.
Daarnaast geldt een extra heffingskorting van 0,7% van de vrijstelling. Deze heffingskorting wordt bij het berekenen van de belastingaanslag automatisch berekend.
Er zijn in totaal achttien verschillende groenfondsen waar u kunt sparen (of beleggen) met belastingvoordeel. Een voorbeeld is het Fortis Groenfonds, of de ASN Groenbank.
Veel Nederlanders hebben een pensioengat. Dit kan worden gedicht door een eigen pensioenverzekering af te sluiten. Ook zzp-ers moeten zelf hun pensioen opbouwen. Indien u een pensioenverzekering heeft afgesloten kunt u jaarlijks uw vrije ruimte benutten. Deze vrije ruimte is het bedrag dat u, op basis van uw inkomen en reeds aanwezige pensioenopbouw, zelf fiscaal vriendelijk in uw pensioenvoorziening kunt storten. Deze stortingen mag u van uw fiscale jaarinkomen aftrekken.
Bijkomend voordeel is dat uw opgebouwde pensioenvermogen niet meetelt voor het bepalen van uw Box 3 vermogen. Door uw spaargeld in uw pensioenvoorziening te steken voorkomt u dus dat u belasting over het bedrag betaalt. Keerzijde van de medaille is dat u dit geld niet meer voor andere dingen kunt gebruiken.
De waarde van de eigen woning valt in het Nederlands belastingstelsel onder Box 1. Heeft u een hoge hypotheek? Dan kan het fiscaal handig zijn extra af te lossen op uw hypotheek. Dat wordt extra interessant doordat de maximale hypotheekrenteaftrek elk jaar met 3% wordt verlaagd. Daardoor wordt het, in sommige gevallen, mogelijk om extra af te lossen zonder dat dit verlies aan hypotheekrenteaftrek oplevert. Bovendien vermindert u de hoeveelheid vermogen in (en dus belasting over) Box 3.
Heeft u schulden? Dan gaat de belastingdienst ervan uit dat u 2,57% rente betaalt. Sommige schulden zijn echter een stuk duurder dan dat. Een consumptief krediet kan zomaar 7%-9% rente kosten.
Voorbeeld: Mehmet (uit het eerdere voorbeeld) had samen met zijn partner € 7.500 schuld. Stel dat ze hierover 7% rente verschuldigd zijn. Hiervan was € 700 “aftrekbare schuld”. Dit leverde een negatief rendement van € 18 op, waarover uiteindelijk 36,38 belasting werd berekend (een korting van ongeveer € 6).
Mehmet en zijn vrouw besluiten € 700 af te lossen. Dit kost ze een belastingvoordeel van € 6. Maar het bespaart ze elk jaar 7% x € 700 = € 49.
Ze kunnen ook besluiten de hele schuld af te lossen vanuit hun spaargeld. Ook hier verliezen ze hun aftrek van € 6. Maar tegelijkertijd valt het belastbaar rendement € 7.500 x 0,36% = € 27 lager uit. Hun grondslag sparen en beleggen wordt € 180.000 – € 7.500 = € 172.500, terwijl hun grondslag sparen en beleggen op € 172.500 – € 114.000 = € 58.500 uitkomt. Dit brengt hun aandeel in de rendementsgrondslag op € 58.500 / € 172.500 = 33,91%
Omdat niet alleen het belastbaar rendement lager wordt, maar ook het aandeel in de rendementsgrondslag afneemt daalt het voordeel uit sparen en beleggen en de verschuldigde belasting. Maar belangrijker: ze besparen elk jaar 7% over een schuld van € 7.500, wat hen een jaarlijkse besparing van € 525 oplevert. Doordat ze belasting over spaargeld voorkomen, verdienen ze dus juist geld!
Heeft u uw spaargeld zelf niet nodig? Dan is het zonde om er belasting over te betalen terwijl uw (klein-)kinderen het geld goed kunnen gebruiken. U kunt een deel van uw spaargeld te schenken aan uw kinderen of kleinkinderen. Voor sommige doelen, zoals een koopwoning voor uw kinderen of om een dure studie te bekostigen, is het soms mogelijk belastingvrij te schenken.