Er zijn verschillende BTW tarieven. Standaard is de BTW 21%. Wanneer mag je goederen en diensten met nul, zes of negen procent BTW verkopen?
Het leven zou een stuk makkelijker zijn wanneer de overheid ondernemers niet zou gebruiken als vooruitgeschoven post van de Belastingdienst. Want dat is feitelijk wat er gebeurt: als ondernemer moet u op uw factuur een bedrag opnemen dat linea recta naar de Belastingdienst gaat: de BTW (ook bekend als omzetbelasting).
Dat betekent dat alle verkoopprijzen exclusief BTW moeten worden verhoogd met het geldende BTW tarief. En als we onze prestaties beoordelen, moeten we ervoor waken bedragen inclusief en exclusief BTW door elkaar te halen. Soms roepen de BTW tarieven wat verwarring op. Want welk van de geldende belastingtarieven is nu van toepassing?
De Nederlandse BTW-regelgeving is gebaseerd op een EU-Richtlijn. Deze richtlijn kent drie BTW tarieven, te weten het standaard tarief, het BTW laag tarief en het 0%-tarief. Het valt wellicht op dat we in de vorige zin spreken van een standaardtarief, in plaats van het hoge BTW tarief. De reden die daar achter ligt is dat dit tarief inderdaad wordt gezien als de standaard. Dus alle producten en diensten zijn in principe belast tegen 21%, tenzij ze in één van de uitzonderingen vallen.
Naast het standaard hoge BTW tarief van 21% kennen we ook het lage tarief van 9% en het 0%-tarief.
Het tarief van 9% geldt voor eerste levensbehoeften, zoals etenswaren en bepaalde diensten, terwijl het 0%-tarief vooral van toepassing is wanneer u zakendoet met het buitenland.
Tenslotte zijn er goederen en diensten die vrijgesteld zijn van BTW. Hierover wordt geen BTW berekend (dat is iets anders dan 0%).
In de volgende hoofdstukken gaan we kort in op de verschillende BTW tarieven, waarbij we vooral aandacht schenken aan het BTW laag tarief van 9%.
Het BTW tarief van 0% geldt indien u goederen levert aan het buitenland. Wanneer u levert aan een afnemer in een ander EU land, is uw klant verantwoordelijk voor het juist afdragen van de verschuldigde BTW in het eigen land. Export naar buiten de EU valt buiten de kaders van de BTW regelgeving.
Wanneer goederen nog niet zijn ingevoerd, of worden geleverd aan of in een btw-entrepot mag u het 0% tarief ook toepassen. Verwant daaraan is dat u bij de levering van schepen en vliegtuigen, of het bevoorraden van schepen en vliegtuigen ook BTW 0% mag hanteren. Vissers, die hun visvangst in de EU aan de wal brengen (of veilen) mogen eveneens gebruik maken van het 0%-tarief.
Tenslotte geldt ook voor accijnsgoederen en zonnepanelen het 0%-tarief.
Ook wanneer u diensten levert die met bovenstaande leveringen samenhangen mag u gebruik maken van het 0% tarief. Het gaat dan onder andere om diensten bij in- en uitvoer van goederen naar buiten de EU, internationaal personenvervoer en de installatie van zonnepanelen.
Gebruikt u het 0% BTW tarief? Dan moet u soms kunnen aantonen dat dit terecht is. Deze bewijsplicht geldt bij:
De term BTW vrijgesteld betekent iets anders dan het gebruiken van het BTW 0-tarief. U vermeldt op uw facturen geen BTW (ook geen 0%).
Toegegeven, op de uiteindelijke BTW aangifte maakt het in financiële zin niets uit, maar juridisch is er een groot verschil.
Het belangrijkste verschil is dat u de BTW die u aan uw leveranciers heeft betaald niet mag terugvragen.
De bekendste voorbeelden van organisaties die vrijgesteld zijn van BTW zijn organisaties in de gezondheidszorg, het welzijn en onderwijs. Maar ook kantines, kansspelen, onroerende zaken en beleggingsgoud zijn vrijgesteld van BTW. Voor een volledige lijst van BTW vrijgestelde prestaties kunt u deze lijst van de Belastingdienst nalopen.
Met het BTW laag tarief heeft de wetgever ervoor willen zorgen dat bepaalde essentiële goederen en diensten voor iedereen toegankelijk zijn. Het gaat dus om zaken waarvan de overheid meent dat iedereen zich deze moet kunnen veroorloven, zoals eten en medicijnen. Het lage BTW tarief wordt ook gebruikt om bepaalde zaken te stimuleren, zoals kunst en cultuur. Na de kredietcrisis werden bepaalde diensten ook (tijdelijk) onder het BTW laag tarief geplaatst. Denk aan kappers, fietsreparatie en bepaalde renovatiediensten, zoals schilders. Deze tijdelijke maatregelen worden inmiddels langzaamaan teruggedraaid. Zo vallen schilderwerkzaamheden inmiddels weer onder het hoge tarief.
In de praktijk horen we mensen spreken over 6% BTW, 9% BTW en 21% BTW. Zijn er dan nog BTW belastingtarieven die we hierboven niet hebben genoemd?
Helaas is dat niet het geval. Tót 2019 was 6% het geldende BTW laag tarief, maar per 1 januari 2019 werd dit verhoogd naar 9%. Van het ene moment op het andere werd de belasting op de toegevoegde waarde dus met de helft verhoogd (van 6% naar 9%). De overheid stelde dat deze verhoging van de BTW past binnen “het streven dat is gericht op een schuif in de belastingmix van directe naar indirecte belastingen” (Bron).
Voor Nederlandse ondernemers is dus geen sprake meer van goederen of diensten met zes procent BTW.
Het Nederlandse BTW laag tarief geldt voor de volgende soorten goederen:
Eten en (non-alcoholisch) drinken voor menselijke consumptie zijn belast met 9% BTW. Hiertoe rekent de fiscus ook ingrediënten, algen voor menselijke consumptie, voedingspreparaten en -supplementen en ijsjes die alcohol kunnen bevatten.
Leidingwater, gedestilleerd water of water dat is behandeld om in voeding gebruikt te worden zijn belast met 9% BTW. Ook warmwater en oppervlaktewater dat gebruikt wordt voor bijvoorbeeld irrigatie valt onder het BTW laag tarief.
Bepaalde agrarische goederen, die wel gebruikt worden om voedsel te telen, maar zélf niet voor menselijke consumptie geschikt zijn, vallen ook onder het BTW tarief van 9%. Denk aan granen en peulvruchten die als veevoer dienen, vee en slachtafval, pootgoed en dergelijke.
Een groot aantal geneesmiddelen en hulpmiddelen vallen onder het 9%-tarief. Het gaat dan niet alleen om genees- en voorbehoedmiddelen of verbandmiddelen voor mensen, maar ook voor dieren. Ook zaken als prothesen en orthesen of hulphonden vallen onder het lage BTW tarief.
Kunst, verzamelvoorwerpen en antiek zijn een lastig onderwerp binnen de BTW. Dat komt doordat kunstvoorwerpen alleen onder het lage BTW tarief vallen indien het gaat om objecten die “naar maatschappelijke opvattingen als kunstvoorwerp worden beschouwd”. Ook moet het object direct van de kunstenaar gekocht worden, of worden ingevoerd vanuit een niet-EU land.
Ook verzamelvoorwerpen zijn een klasse apart. Want kan uiteindelijk niet elk voorwerp onderdeel van een verzameling worden? Zou iemand die televisies verzamelt deze tegen het lage tarief kunnen verwerven? De Belastingdienst hanteert een iets strictere visie en beschouwt alleen de volgende zaken als verzamelvoorwerpen die onder het BTW laag tarief vallen (bron):
Tenslotte geldt voor antiek (ouder dan 100 jaar, geen verzamelvoorwerp of kunst) alleen het 9%-tarief wanneer het invoer vanuit een niet-EU-land betreft. Een prachtige antieke stoel die vanuit Windsor Castle verkocht wordt aan een eigenaar in Amsterdam wordt dus belast met 9% omzetbelasting. Maar als diezelfde stoel wordt doorverkocht aan een nieuwe eigenaar in Enschede, moet 21% worden gerekend.
(School-)boeken, brochures, dagbladen, weekbladen tijdschriften, elektronische nieuwsbrieven en andere periodieken hebben met elkaar gemeen dat ze veelal op een vast moment verschijnen en voor iedereen dezelfde inhoud bevatten. Deze media vallen onder het 9% tarief.
Ook voor het inbinden en repareren van boeken, het verzenden van drukwerk of diensten rondom het uitlenen van de media is het tarief van 9% van kracht.
Reclamedrukwerk is geen primaire levensbehoefte. Daarvoor moet u dus 21% rekenen.
In 2023 geldt het lage BTW tarief van 9% voor de volgende diensten:
Reparaties van (elektrische) fietsen, schoeisel en lederwaren, kleding en huishoudlinnen vallen in principe onder het lage BTW tarief van 9%. “In principe”; want er zijn uitzonderingen op de regel!
Door kappers geleverde diensten vallen onder het BTW tarief van 9%. Tenminste, zolang er een persoon in de stoel zit. Het verzorgen van dieren valt niet onder het lage tarief. Denk aan knippen, wassen, föhnen, verven, permanenten en baardverzorging. De producten die nodig zijn bij deze haarbehandelingen vallen eveneens onder het lage tarief.
Verkoopt de kapper producten ook los? Dan geldt het hoge tarief van 21%.
Let op: er wordt al een tijdje op gezinspeeld dat kappersdiensten weer naar het hoge BTW tarief moeten verhuizen. Dit is reden voor de brancheorganisatie om de barricades op te gaan. Ondernemers doen er goed aan zich voor te bereiden op een eventuele verandering in de BTW regelgeving.
De tijd dat nagenoeg elke klusjesman 9% op de factuur kon vermelden is voorbij, maar er zijn nog steeds bepaalde werkzaamheden aan woningen die onder het lage BTW tarief vallen. Het gaat dan om het isoleren, schilderen, stukadoren en behangen van woningen die ouder zijn dan 2 jaar.
Ook schoonmaakwerkzaamheden in woningen (ongeacht hou oud deze zijn) valt onder het 9% tarief.
Vakantie en entertainment zijn geen primaire levensbehoeftes. In sommige gevallen vallen de diensten wél onder het lage BTW tarief.
Zo geldt het lage BTW tarief voor het aanbieden van kampeergelegenheid of logies, toegang tot recreatieve evenementen en voorzieningen (zoals sportwedstrijden of attractieparken), de optredens van uitvoerende kunstenaars (zoals dansvoorstellingen of toneel) en het faciliteiren van sportbeoefening.
Ook personenvervoer per schip of OV valt onder het 9% BTW tarief. Personenvervoer met een afgehuurde bus vormt een uitzondering, aangezien het verhuren van bussen met 21% belast is.
Een ballonvaart, personenvervoer met rijtuig of een vistrip daarentegen mag weer wel met 9% belast worden.
Personenvervoer via de lucht valt onder het 21% tarief, tenzij sprake is van (binnenlands) patiëntenvervoer in een speciaal ingericht vliegtuig of helikopter.
In sommige branches is sprake van een mix van prestaties waarvoor verschillende belastingtarieven gelden. Normaal gesproken dient u ervoor te zorgen dat u hier een goede splitsing in aanbrengt. Voor enkele situaties heeft de wetgever gekozen voor een pragmatischer aanpak.
Meest in het oog springend is de sportkantine. Deze wordt vaak gerund door vrijwilligers, wat het lastig maakt de omzet precies uit te splitsen. U kunt ervoor kiezen alleen producten met laag tarief te verkopen, maar dan zou de kantine de bieromzet mislopen (alcohol valt onder het hoge BTW tarief). Daarom mogen sportkantines de keuze maken een forfaitair tarief van 13% te betalen.
Dit is echter geen officieel belastingtarief, maar de uitkomst van een fictieve rekensom waarin de omzet netjes verdeeld is over de verschillende belastingtarieven.
Voor de bedrijfskantine, waar u uw personeel voorziet van eten en drinken, geldt eveneens een specifieke regeling.
De Nederlandse BTW wetgeving is erg overzichtelijk. Er zijn drie belastingtarieven om uit te kiezen (plus de categorie vrijgesteld). Welke specifieke situatie in uw geval van toepassing is, is afhankelijk van uw branche en afnemers, maar vooral van het soort diensten en goederen dat u levert.
Twijfelt u over welk tarief u moet hanteren, en of u wel gebruik kunt maken van het lage BTW tarief? Neem dan contact met ons op. We denken graag met u mee.