Als ondernemer heeft u te maken met BTW. Het maakt niet uit of u goederen levert of diensten. U moet dus ook BTW op online diensten berekenen.
De BTW, het lijkt zo eenvoudig. De BTW die u betaalt aan uw leveranciers krijgt u terug via de BTW-aangifte en de BTW die u uw klanten in rekening brengt draagt u af. Het wordt ingewikkelder wanneer u ook over de grens zakendoet. Het wordt nóg iets ingewikkelder wanneer u online diensten afneemt. Wanneer factureert of betaalt u BTW op online diensten? En wanneer niet?
Voordat we de BTW op online diensten kunnen bespreken, is het handig eerst te weten wat online diensten zijn. De Belastingdienst kent de term niet, maar spreekt van digitale diensten, waaronder elektronische diensten. De Belastingdienst definieert dit als: “diensten die via internet of een digitaal netwerk worden geleverd. Ze zijn grotendeels geautomatiseerd en kunnen niet zonder informatietechnologie worden geleverd. Denk aan onlineverkeersinformatie en -weerberichten, onlinedagbladen en -tijdschriften, onlinegegevensopslag, toegang tot of downloaden van software, gebruik van zoekmachines en onlinespelen”.
Nederland kent 3 BTW tarieven: 21%, 9% en 0%.
Van deze BTW tarieven komt 0% het minste voor. Dit tarief wordt alleen gehanteerd bij diensten die iets te maken hebben met in- en uitvoer van goederen naar landen buiten de EU (Extra-communautaire leveringen), internationaal personenvervoer, werk aan goederen die worden uitgevoerd naar niet-EU landen, bemiddeling bij logistieke processen en de installatie van zonnepanelen.
Aangezien bemiddeling bij logistieke processen via een app zou kunnen zou het BTW tarief op dit soort online diensten (onder voorwaarden) 0% kunnen bedragen. Het is slim om uw specifieke situatie met een BTW-expert te bespreken.
Van de BTW tarieven is het 9% tarief in het kader van dit artikel over BTW op diensten niet relevant. Dit tarief geldt voor allerlei diensten in het “fysieke domein”.
De standaardregel in Nederland is dat de BTW 21% bedraagt. De BTW op een digitale dienst valt in de meeste gevallen dus onder dit BTW tarief.
Bedrijven gebruiken veel online diensten. Denk aan een abonnement op Office 360, of Google Suite. Maar ook het gebruik van online advertenties, abonnementen op productiviteitsapps als Asana of Monday en natuurlijk een abonnement voor de online boekhoud software.
Wanneer u online diensten afneemt, verschilt de situatie niet zo heel veel van welke andere inkoop dan ook. Neemt u online diensten af van een Nederlandse dienstverlener? Dan betaalt u gewoon de BTW zoals die op de factuur is vermeld, waarna u deze bij de aangifte terugkrijgt.
Neemt u online diensten af van een dienstverlener in een ander EU-land? Dan zal de BTW naar u verlegd zijn. Bij BTW aangifte moet u zelf berekenen hoeveel de BTW had moeten zijn (tegen 21%). Dit bedrag geeft u aan in de aangifte als BTW die naar u is verlegd (2a) én u vermeldt het in het veld over de voorbelasting (5b). Hiermee vraagt u de BTW op online diensten terug in dezelfde BTW-aangifte als waarmee u deze “betaalt”, waardoor u per saldo op € 0 uitkomt.
Als dienstverlener rekent u BTW over diensten. Wat voor soort dienst u verleent is niet relevant. U rekent dus ook BTW over de digitale dienst.
Het is het makkelijkst de BTW op diensten voor Nederlandse klanten te bespreken. Deze behandelt u gewoon op de standaard wijze. U factureert 21% BTW over de online diensten en rekent dit bij de aangifte netjes af.
Het mooie van online diensten is dat u ze overal kunt verlenen. Uw app kan daardoor ook in Italië, Spanje of Polen aanslaan. Misschien heeft u zelfs afnemers vanuit China, Australië of Canada! Dan wordt de BTW iets ingewikkelder. De situatie verschilt afhankelijk van de plaats van dienstverlening. Dat kan zijn in Nederland, in de EU, of buiten de EU.
Het is het makkelijkst de BTW op diensten voor Nederlandse klanten te bespreken. Deze behandelt u gewoon op de standaard wijze. U factureert 21% BTW over de online diensten en rekent dit bij de aangifte netjes af.
Bij dienstverlening aan klanten in andere EU-landen wordt het ingewikkeld. De basisregel is eenvoudig: de BTW op diensten is verschuldigd in het land waar de dienst verleend wordt. Maar waar wordt de dienst dan verleend? Is dat op de plek waar de dienstverlener gevestigd is en al het werk doet, of juist op de plek waar de dienst wordt afgenomen?
Wanneer u digitale diensten levert aan een ondernemer (met BTW-id) in een ander EU-land, moet u de BTW over de dienst verleggen naar de afnemer. Op uw factuur vermeldt u het 0%-BTW tarief en de zinsnede “BTW Verlegd” (of in het Engels: VAT Shifted). Daarmee bent u klaar.
Wanneer u een online dienst levert aan een particulier kan de dienst in theorie overal afgenomen worden. Een abonnement op een nieuwssite kan overal worden genoten. De ene keer leest de klant het nieuws in zijn woonkamer in Utrecht, maar als hij of zij op vakantie gaat, leest hij het nieuws misschien wel tijdens een stop-over op vliegveld Charles de Gaulle (EU).
Gelukkig hoeft u niet voor elke verstuurde byte te achterhalen waar de digitale dienst is genoten. De BTW over online diensten is “gewoon” verschuldigd in het land waar uw klant woont.
Hierop zijn echter enkele uitzonderingen:
Wanneer de locatie van de dienst belangrijker is dan de particulier zelf is de locatie leidend voor de vraag waar de BTW verschuldigd is. Dit is het geval wanneer de fysieke locatie afwijkt van de woonplaats. Ook de locatie waar de vaste lijn is geïnstalleerd (of de landencode van de SIM-kaart) die onmisbaar is voor de digitale dienst gaat voor op de woonplaats.
De Belastingdienst noemt een wifihotspot als voorbeeld. Als de aan de Belgische zijde van de Belgisch-Franse grens woont, maar hij neemt een wifi-hotspot af in een hotel in Frankrijk, dan is de BTW over de dienst in Frankrijk verschuldigd.
Is dat voor u belangrijk? Niet echt, want zowel België als Frankrijk zijn EU landen. U verlegt de BTW en hoeft zich nergens meer druk over te maken. Het wordt spannender wanneer de afnemer aan de EU-buitengrens woont en de wifihotspot buiten de EU ligt. Dan is sprake van dienstverlening buiten de EU, en geldt een ander regime.
Tenslotte: personenvervoer binnen de EU is BTW-plichtig in het land van vertrek. Dat geldt dus ook voor de digitale diensten die u levert aan boord van een schip, vliegtuig of trein. Stuurt u een decoder of viewing card? Dan is het adres waar u dit naar heeft verstuurd leidend.
Tot 2015 was het vestigingsland van de dienstverlener leidend, maar sinds 1 januari 2015 is de BTW verschuldigd in het land waar de afnemer woont. Dat zou betekenen dat u in elk land waar u klanten heeft wonen een BTW-id zou moeten hebben en BTW-aangifte moet doen. Ook wanneer uw app, die € 0,99 kost, één enkele keer in het land is gedownload.
Dat vond de EU ook wat gortig. Daarom zijn er een paar regels om u het leven makkelijker te maken.
Wanneer uw buitenlandse omzet vanuit andere EU landen (dus digitale diensten én afstandsverkopen binnen de EU) niet hoger is dan € 10.000 mag u de BTW gewoon in Nederland aangeven.
Maar als u meer omzet verwacht (en vorig jaar ook meer omzet boekte) moet u kiezen:
Schrik niet, want de tweede optie betekent NIET dat u in elk EU-land waar uw online diensten worden afgenomen BTW-aangifte moet doen. U maakt gebruik van de OSS-aangifte (One Stop Shop).
U registreert uw onderneming door in te loggen op Mijn Belastingdienst Zakelijk, te kiezen voor E-commerce en vervolgens te kiezen voor “Registratie” en “Verzoek Registratie éénloketsysteem”. Vul het formulier dat u krijgt in, en u mag (snel) gebruik maken van het OSS zodat u de BTW op online diensten (binnen de EU) makkelijk kunt aangeven.
U mag dit doen vanaf de 1e dag van het kwartaal dat volgt op de registratie.
Overigens: formeel doet u geen BTW-aangifte, maar een BTW-melding. U meldt de BTW en de Belastingdienst regelt vervolgens de BTW-aangiftes in alle relevante landen. Dat is wél zo makkelijk voor u.
BTW wordt alleen geheven binnen de EU. Dus wanneer uw afnemer buiten de EU is gevestigd, hoeft u geen BTW op de factuur te vermelden. Wel voegt u de zinssnede “VAT out of scope” toe.
Uw klant is verantwoordelijk om zijn of haar inkopen in het niet-EU land op de juiste wijze aan te geven. (Al kan het natuurlijk nooit kwaad om zelf ook bij de Belastingdienst van het betreffende land navraag te doen.