1. Zelfstandigenaftrek
Als ondernemer kun je gebruik maken van de zelfstandigenaftrek, waardoor je niet over de hele winst belasting moet betalen. Als je voldoet aan het urencriterium (1225 gewerkte uren als ondernemer) mag je ieder jaar een vast bedrag van 7.280 euro belastingvrij van de winst aftrekken. Het kabinet wilde in verband met bezuinigingen de zelfstandigenaftrek beperken, maar dat is van de baan. De zelfstandigenaftrek bedraagt in 2021 een bedrag van € 6.670. In 2021 is het belastingvoordeel van de zelfstandigenaftrek beperkt. Het maximale tarief voor aftrek is 43%. Vanwege de coronacrisis geldt voor 2021 een versoepeling van het urencriterium.
2. Startersaftrek
Voor startende ondernemers bestaat er ook de startersaftrek, die bovenop de zelfstandigenaftrek komt. Starters kunnen in de eerste vijf jaar van hun onderneming in totaal drie keer een extra bedrag (2.123 euro) van hun winst aftrekken. Voor je gebruik kunt maken van de startersaftrek, moet je wel aan drie voorwaarden voldoen:
- je hebt recht op zelfstandigenaftrek
- in de vijf jaar voorafgaand aan het desbetreffende belastingjaar heb je niet vaker dan twee keer van de zelfstandigenaftrek gebruikgemaakt en
- in diezelfde periode was je ten minste 1 jaar geen ondernemer
3. Investeringsaftrek
Wie een onderneming start, moet vrijwel altijd investeren. Denk bijvoorbeeld aan het aanschaffen van een computer, printer of bedrijfswagen. De fiscus betaalt daar in bepaalde gevallen flink aan mee. Als je in een boekjaar hebt geïnvesteerd in bedrijfsmiddelen, maak je mogelijk aanspraak op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Het gaat in dit geval om ondernemers die tussen de 2.401 en 328.721 euro in bedrijfsmiddelen hebben geïnvesteerd (bedragen voor belastingjaar 2021).
De KIA is een percentage van alle investeringen, waarbij de hoogte afhangt van het geïnvesteerde bedrag. Uiteraard zijn er wel een paar voorwaarden waaraan je moet voldoen: jouw bedrijf moet gevestigd zijn in Nederland, je bent belastingplichtig voor de inkomstenbelasting en je hebt deze periode in bepaalde bedrijfsmiddelen geïnvesteerd.
4. MKB-winstvrijstelling
De MKB-winstvrijstelling geldt voor alle ondernemers die winst maken uit hun onderneming. Het is sinds 2010 niet meer nodig om te voldoen aan het urencriterium van 1225 uur om in aanmerking te komen voor deze regeling. In 2015 is deze vrijstelling vastgesteld op veertien procent van de winst, nadat je deze hebt verminderd met de ondernemersaftrek (zie punt 1). Dus: 14% van de winst is gratis!
5. Meewerkaftrek
Heb je een fiscale partner die regelmatig meewerkt in jouw bedrijf, dan kan het zijn dat je in aanmerking komt voor de zogenaamde meewerkaftrek, waardoor je minder belasting over de uiteindelijke winst hoeft te betalen.
De hoogte van het bedrag hangt af van de winst en het aantal uren dat jouw fiscale partner in de onderneming heeft gewerkt.
Voorwaarden om van deze regeling gebruik te kunnen maken zijn er ook: je moet op jaarbasis minimaal 1225 uur besteden aan je bedrijf (dit moet meer dan de helft van je werktijd zijn).
Daarnaast moet jouw fiscale partner minstens 525 uur per jaar in de onderneming werken, in principe zonder vergoeding; je mag hem of haar hiervoor in ieder geval niet meer dan 5.000 euro betalen.
Tot slot mag jouw fiscale partner niet bij je in loondienst zijn en mag er door de Belastingdienst geen fictief dienstverband worden geconstateerd.
6. Fiscale oudedagsreserve (FOR)
Omdat je als ZZP’er niet automatisch pensioen opbouwt, mogen ondernemers jaarlijks een deel van de winst reserveren voor hun oudedagsvoorziening. Dat gereserveerde deel heet de fiscale oudedagsreserve, vaak afgekort tot FOR. Over dit bedrag hoef je niet direct belasting te betalen: je krijgt uitstel van betaling. Het bedrag dat je opzij mag zetten, is aan een maximum gebonden. In 2015 is dat 9,8 procent van de winst, waarbij je wel rekening moet houden met een maximumbedrag van 8.631 euro.
Het is mogelijk om een deel van je fiscale oudedagsreserve om te zetten in lijfrente. De uiteindelijke premie wordt daardoor namelijk fiscaal aftrekbaar. Om aanspraak te kunnen maken op de FOR ben je verplicht om minimaal 1225 uur per jaar in de onderneming te steken en moet je aan het begin van het desbetreffende belastingjaar de AOW-leeftijd nog niet bereikt hebben.
Let op: als je gebruik maakt van de FOR, zorg dan dat je het geld ook daadwerkelijk apart zet. Wanneer je in de toekomst je bedrijf beëindigt, zal er natuurlijk alsnog belasting betaald moeten worden. Het voordeel zit ‘m dus vooral in de tijd, je betaalt de belasting niet nu maar in de toekomst. Laat je goed adviseren of de FOR voor jou een interessante mogelijkheid kan zijn.
7. Willekeurige afschrijving
Startende ondernemers kunnen de aanschafkosten van bedrijfsmiddelen ‘willekeurig afschrijven’. Oftewel: je bepaalt zelf hoeveel je afschrijft (als kosten neemt) en wanneer. Deze flexibiliteit kan voor starters veel voordelen hebben. De regeling geldt niet voor alle rechtsvormen, maar alleen voor ondernemers met een eenmanszaak, vennootschap onder firma (VOF), commanditaire vennootschap (cv) of maatschap. Daarnaast moet je recht hebben op startersaftrek. De overige eisen vind je terug bij de Belastingdienst.