De Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2023 (KIA 2023) is een fiscale regeling die ondernemers helpt investeren in bedrijfsmiddelen.
“De cost gaet voor de baet uyt” is een gezegde dat elke ondernemer wel kent. Wie geld wil verdienen, moet investeren. Maar het financieren van die investeringen kan moeilijk zijn wanneer je nog weinig eigen middelen hebt. Zeker in een tijd dat de rentes oplopen en banken steeds terughoudender zijn in het verstreken van leningen. Gelukkig biedt de Belastingdienst ook in 2023 ondernemers een uitweg: de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, oftewel KIA.
De Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) biedt ondernemers die in 2023 investeren in bedrijfsmiddelen een aftrekpost. Daarmee kan de fiscale winst over 2023 worden verlaagd met een bepaald percentage van de investering. Hierdoor betaalt u minder belasting. De maximale Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek bedraagt in 2023 € 17.841.
Het doel van de KIA is kleine ondernemers te ondersteunen bij het doen van broodnodige investeringen in materiële vaste activa met een economische levensduur van langer dan een jaar Denk aan machines, computers, inventaris en voertuigen (uitgezonderd personenvoertuigen).
De Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2023 is alleen toegankelijk voor bedrijven die in Nederland gevestigd zijn en hier belastingplichtig zijn voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. U kunt de KIA 2023 gebruiken voor alle rechtsvormen, van eenmanszaak tot NV.
In het dagelijks taalgebruik wordt het woord “investeren” op een andere manier gebruikt dan in de zakelijke wereld. Zo hoor je wel eens dat stellen moeten investeren in hun relatie.
De Belastingdienst definieert investeren als volgt: “het aangaan van een verplichting ter zake van aanschaf of verbetering van een bedrijfsmiddel, of het maken van voortbrengingskosten voor een bedrijfsmiddel”.
Wanneer is nu sprake van een investering? Is dat op het moment dat u een bestelling bij de leverancier heeft geplaatst, op het moment dat het bedrijfsmiddel is afgeleverd, of wanneer het middel in gebruik genomen is?
De Belastingdienst kijkt hiervoor naar het moment waarop de verplichting is aangegaan. Hierbij moet sprake zijn van een juridische betalingsverplichting. Dat kan het moment zijn dat u een geldige offerte heeft geaccepteerd, een aanbod mondeling heeft aanvaard, of een contract heeft getekend.
Voorbeeld: U bent specialist in het slijpen van schaatsen. Uw bedrijf beleeft haar hoogseizoen in de periode november-januari. In het schaatsseizoen 2022/2023 merkt u dat uw slijpmachine niet meer zo goed werkt. Hij kan nog wel een seizoen mee, maar toch… U besluit op 1 december 2022 dat u een nieuwe nodig hebt. Op 15 december 2022 vraagt u een aantal offertes op. Op 2 januari 2023 besluit u één offerte te accepteren. U belt de leverancier dezelfde dag nog met uw bestelling en belooft de getekende offerte per post te versturen. Die verzending doet u op 4 januari.
De leverancier bevestigt uw bestelling op 5 januari 2023 (per email) en belooft de machine op 15 juni 2023 te leveren. Uiteindelijk ontvangt u de machine pas op 1 augustus 2023. Geen nood, want u heeft in de zomer andere bezigheden en wilde de machine eind oktober installeren. Omdat in de winter van 2023/2024 de kou vroeg inzet, neemt de vraag naar uw diensten al op 15 oktober sterk toe. U moet vol aan de bak en hebt geen tijd om de nieuwe machine volledig te installeren. Daar komt u pas op 7 januari 2024 aan toe. Dat is dan ook de datum waarop de machine in gebruik wordt genomen.
Wat is nu de datum van de investering? Zoals aangegeven kijkt de Belastingdienst alleen naar het moment dat de verplichting jegens de leverancier tot stand is gekomen. U heeft de getekende offerte op 4 januari verstuurd (5 januari bij de leverancier aangekomen), maar heeft telefonisch al op 2 januari laten weten de offerte te accepteren. Aangezien ook een mondelinge overeenkomst bindend is, geldt 2 januari 2023 als de investeringsdatum voor de KIA 2023.
Niet alle investeringen komen in aanmerking voor de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2023 (KIA 2023). Alleen investeringen in (noodzakelijke) materiële vaste activa waarop wordt afgeschreven en die volledig zakelijk gebruikt worden kunnen onder de KIA vallen.
Investeringen in zaken die de privésfeer raken niet meedoen, net als financiële vaste activa (effecten, vorderingen) en immateriële vaste activa (goodwill, publiekrechtelijke vergunningen).
Een voorbeeld van investeringen die de privésfeer raken is de bepaling dat personenauto’s (niet bestemd voor beroepsvervoer) niet voor aftrek kwalificeren. Deze kunnen immers ook privé gebruikt worden (maar daarvoor gelden andere regels).
Ook investeringen in woonhuizen, dieren en representatieve vaartuigen vallen buiten de reikwijdte van de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2023. Deze zijn immers niet noodzakelijk voor het kunnen voeren van een bedrijf.
Wanneer bedrijfsmiddelen voor ten minste 70% bestemd zijn voor de verhuur beschouwt de Belastingdienst deze niet zozeer als materieel vaste activa, maar als voorraad product. Fiscaal worden ze dus hetzelfde behandeld als de voorraad groente-in-blik bij de lokale supermarkt: geen KIA. Tenslotte leveren investeringen op grond geen recht op KIA op. Op grond wordt immers niet afgeschreven.
Een uitzondering raakt veel familiebedrijven: wanneer voor de investering verplichtingen aangegaan worden tegenover “personen behorend tot uw huishouden, bloed- en aanverwanten in de rechte lijn of personen behorend tot hun huishouden” komen niet in aanmerking voor de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2023. Een jonge boer die een (nieuwe) tractor koopt bij het bedrijf van zijn vader kan hiervoor geen gebruik maken van de KIA.
De Belastingdienst kijkt op dezelfde wijze naar bedrijfsmiddelen die vanuit uw privévermogen worden ingebracht in het ondernemingsvermogen. Dit doet zich voor bij het omzetten van een eenmanszaak naar een B.V.
Alle andere investeringen in bedrijfsmiddelen die voor het bedrijf noodzakelijk zijn, komen in principe in aanmerking voor de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek, mits aan de volgende eisen is voldaan:
De hoogte van de aftrekpost is elk jaar anders. Ook speelt de omvang van de totale investeringen een rol. In 2023 gelden de volgende bedragen en percentages voor de investeringsaftrek:
Investering | Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek 2023 |
€ 2.600 of minder | Geen recht op kleinschaligheidsinvesteringsaftrek |
€ 2.601 t/m € 63.716 | 28% van het investeringsbedrag |
€ 63.717 t/m € 117.991 | € 17.841 |
€ 117.992 t/m € 353.973 | € 17.841 minus 7,56% van het deel boven € 117.991 |
Meer dan € 353.973 | Geen recht op kleinschaligheidsinvesteringsaftrek |
Wilt u weten hoe hoog de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek in eerdere jaren was? De belastingdienst heeft de tabellen met de bedragen voor de KIA 2022 of KIA 2021 nog online staan.
Een veel gestelde vraag is welk bedrag nu precies als investering wordt gezien: de investering inclusief btw, of juist exclusief btw? Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van uw bedrijfssituatie. Indien u de btw op de aanschaf kunt terugvragen hanteert u altijd de investering exclusief btw.
Kunt u de btw niet terugvragen? Bijvoorbeeld omdat u onder de Kleineondernemingsregeling (KOR) 2023 valt, of omdat u alleen vrijgestelde prestaties levert? Dan is de btw voor u een kostprijsverhogende factor. In dat geval moet u de investering inclusief btw gebruiken.
Natuurlijk doet u als verstandig ondernemer alleen investeringen als dat zakelijk slim is. U zult geen investeringen plegen enkel en alleen omdat de fiscus u wellicht € 17.841 terugbetaalt. Het is echter wél verstandig na te denken over de timing van uw investeringen.
Stel: u heeft een productieonderneming met twee machines. Deze machines zijn al een paar jaar volledig afgeschreven en ruimschoots aan vervanging toe. U wilt tegelijkertijd uw productiecapaciteit uitbreiden. Nadat u uitgebreid heeft onderzocht welke machines aan uw eisen voldoen is de keuze gevallen op een specifiek model. Deze machine heeft een productiecapaciteit die 5% hoger ligt (tegen dezelfde variabele kosten) dan uw oude machines. U besluit dat u vier van deze machines wilt aanschaffen, voor € 25.000 per stuk (exclusief btw).
Wanneer u deze investering geheel in 2023 uitvoert, komt u in aanmerking voor Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek voor een bedrag van € 100.000. Uit de tabel is af te leiden dat u dan € 17.841 op de winst in mindering kunt brengen.
U kunt er echter ook voor kiezen om in 2023 2 machines aan te schaffen, en de oude machines nog een tijd in gebruik te houden. De andere 2 machines (ter vervanging) koopt u in 2024. Als we ervan uitgaan dat in 2024 de tabel niet wijzigt levert de KIA in zowel 2023 als 2024 een aftrekpost op van (28% van € 50.000 = ) € 14.000. Totaal levert dit een aftrek op van € 28.000.
Precies zo kan het slim zijn om een investering naar voren te halen. Stel dat u in 2023 € 2.000 heeft geïnvesteerd in een laptop en telefoon voor een medewerker. U weet ook dat u in 2024 nog iemand zult aannemen én dat u dat jaar voor € 64.000 investeert in andere bedrijfsmiddelen. De investering in 2023 is te laag om in aanmerking te komen voor aftrek. De investering in 2023 levert de hoogst mogelijke aftrek van € 17.841 op.
Door de voor 2024 geplande investering in laptop en telefoon naar 2023 te halen kunt u de totale aftrek verhogen. In 2023 komt uw investering uit op € 4.000, hetgeen een KIA van 28% oplevert (€ 1.120), terwijl uw investering in 2024 nu geen (€ 2.000 + € 64.000 =) € 66.000 bedraagt, maar € 64.000. Dit bedrag levert in 2024 nog steeds de maximale aftrek op van € 17.841. Over de twee jaren heeft u de aftrek weten te verhogen met € 1.120.
Het kan zijn dat u twijfel tussen twee opties. U wilt bijvoorbeeld een ergonomische stoel kopen en kunt kiezen uit een model dat €395 kost, en eentje dat € 455 kost. U vraagt zich af of de duurdere stoel voldoende meerwaarde biedt om de extra investering van € 60 te doen.
Vanwege de minimale drempelwaarde van € 450 komt de goedkopere stoel niet in aanmerking voor de KIA 2023. Maar als u nog meer investeringen doet, waarmee u in totaal tussen de € 2.601 en € 63.716 investeert, levert de stoel van € 455 een aftrekpost van 28% op.
De keuze voor de stoel die € 60 duurder is levert een fiscale aftrekpost op van € 126. Hierdoor betaalt u minder belasting. Bij een Vennootschapsbelasting van 25,8% is het netto voordeel €32,51. Bij 36,93% inkomstenbelasting scheelt het zelfs € 46,53. Dankzij de KIA 2023 blijkt het prijsverschil tussen beide stoelen ineens een stuk minder hoog.
Meer weten hoe u de Kleinschaligheidsaftrek 2023 maximaal kunt benutten? We helpen u graag!