Wie ooit te maken heeft gehad met een auto van de zaak (of een fiets van de zaak) heeft de term “bijtelling” horen vallen. Maar wat is de bijtelling precies, en hoe werkt bijtelling?
De bijtelling is een regeling die ervoor zorgt dat de Belastingdienst belasting kan heffen op het economisch voordeel dat een werknemer geniet doordat hij of zij de auto of fiets van de zaak ook privé mag gebruiken.
Het achterliggende idee is dat een werknemer die een auto van de zaak rijdt daardoor zélf geen auto hoeft te kopen. Zou de werknemer dat wél moeten doen, dan zou hij of zij hiervoor kosten moeten maken. Dat deze kosten zich nu niet voordoen, ziet de fiscus als een soort beloning, waarover Belasting betaald moet worden.
Zonder de fiscale bijtellingsregeling zou zich de rare situatie voordoen dat twee min of meer identieke gevallen fiscaal anders behandeld zouden worden. Neem bijvoorbeeld de situatie dat twee werknemers hetzelfde inkomen hebben en precies dezelfde auto rijden (zelfde merk, model, bouwjaar en uitvoering). De ene werknemer gebruikt de auto van de zaak, terwijl de andere elke maand € 250 kwijt is om zijn privé auto te kunnen gebruiken.
Om beide personen gelijk te belonen, zou de tweede werknemer per maand € 250 meer (netto) moeten ontvangen. Of, vanuit een ander perspectief: de eerste zou met € 250 minder toe kunnen. Voor de Belastinginspecteur maakt dit niet uit, hij ziet economisch voordeel en dus reden om meer belasting te heffen.
Wat is nu het voordeel dat de werknemer behaalt dankzij de auto van de zaak? Strikt genomen is dat afhankelijk van hoeveel de auto privé gebruikt wordt. Als je het écht zou willen uitzoeken, zou je de vaste kosten moeten verdelen op basis van de verhouding tussen de zakelijk en privé gereden kilometers. De variabele kosten (brandstof, bijvoorbeeld) zou je op jaarbasis kunnen omslaan naar een bedrag per kilometer.
Hoewel dit rekenkundig te doen is, zou dit in de praktijk nogal wat discussie kunnen opleveren. Bovendien ben je afhankelijk van een volledig sluitende kilometerregistratie. Eén ontbrekende rit, of zelfs een geadministreerde rit waarover wat onduidelijkheid bestaat, en de hele berekening kan ter discussie komen te staan.
Dat zag de Belastingdienst ook niet zitten. Daarom is de bijtelling in het leven geroepen, waarmee het privé voordeel wordt vastgesteld op een vast bedrag per maand. Je krijgt te maken met de bijtelling indien je privé meer dan 500 km rijdt. Rijdt de werknemer minder kilometer per jaar én kan dit worden aangetoond met een sluitende rittenadministratie? Dan is geen sprake van privé voordeel en hoeft geen bijtelling gerekend te worden.
De bijtelling is een vast percentage van de cataloguswaarde van de auto, inclusief BTW en BPM. Ook de waarde van eventuele accessoires (stoelverwarming, trekhaak, etc.) wordt hierin meegenomen.
Het standaardtarief voor de bijtelling bedraagt 22% van deze cataloguswaarde, maar voor sommige auto’s met een lage CO2-uitstoot geldt een verlaagde bijtelling van 16%. Dit is bijvoorbeeld het getal voor elektrische auto’s met een Datum Eerste Toelating vóór 31 december 2024 met een waarde tot € 35.000 (over het meerdere geldt het 22%-tarief).
Overigens kan de hoogte van de bijtelling verschillen op basis van de Datum Eerste Toelating. Voor auto’s ouder dan 15 jaar geldt de Youngtimer-regeling, wat een lagere bijtelling met zich meebrengt.
De bijtelling over de fiets van de zaak bedraagt trouwens 7%.
De hoogte van de bijtelling wordt door de Belastingdienst precies hetzelfde behandeld als een financiële vergoeding. Dat betekent dat de bijtelling wordt opgeteld bij het belastbaar inkomen in Box 1 over het Belastingjaar. Over dit totaal bedrag wordt vervolgens inkomstenbelasting geheven.
Hoe de bijtelling in de praktijk werkt laat zich het beste illustreren aan de hand van een praktijkvoorbeeld. We gaan uit van een accountmanager met een jaarsalaris (inclusief bonussen) van € 60.000. Omdat het belangrijk is dat hij tijdens klantbezoeken een representatieve indruk achterlaat heeft zijn werkgever hem een (diesel-)auto ter beschikking gesteld, welke ook privé gebruikt mag worden.
Met alle opties erbij opgeteld heeft deze auto een cataloguswaarde van € 53.000 (incl. BTW en BPM).
Omdat deze auto niet onder de verlaagde bijtelling voor lage CO2-uitstoot valt, bedraagt de bijtelling 22%. Dat betekent dat een bedrag van € 11.660 (22% x € 53.000) bij het belastbaar loon wordt opgeteld. Het belastbaar loon van deze medewerker komt uit op (€ 60.000 + € 11.660 = ) € 71.660.
Uitgaande van de Box-1 tarieven in 2023 valt het gehele inkomen in schijf 1. De accountmanager betaalt dus 36,93% over zijn gehele inkomen van € 71.660. Over 2023 is hij dus € 26.464 belasting verschuldigd.
Wie de auto van de zaak privé rijdt, betaalt dus een vast bedrag per jaar aan belasting. Dat betekent dat een auto van de zaak gunstiger wordt naarmate je er meer privé gebruik van maakt. Medewerkers zouden zich de vraag kunnen stellen of het slim is de auto van de zaak privé te gebruiken.
Om hier goed antwoord op te kunnen geven, moet je bepalen wat de financiële gevolgen van de bijtelling zijn. Dat doe je het eenvoudigst door de hoogte van de Belasting te berekenen mét bijtelling en zonder bijtelling. In het bovenstaande voorbeeld is dat makkelijk, want in beide gevallen valt de medewerker in schijf 1 van de inkomstenbelasting. De bijtelling bedroeg € 11.660, wat betekent dat het privégebruik van de auto jaarlijks € 4.306 extra belastingheffing oplevert. Per maand is dit € 358,84.
Iets ingewikkelder zou het zijn als het salaris van deze accountmanager jaarlijks € 70.000 bedraagt. Inclusief de bijtelling (nog steeds € 11.660) komt zijn belastbaar loon in 2023 uit op € 81.660. Hierdoor valt de top van zijn inkomen in schijf 2, waarvoor een belastingtarief van 49,50% geldt.
Zonder bijtelling is deze medewerker (36,93% van € 71.000 =) € 26.220 verschuldigd.
Inclusief bijtelling betaalt de medewerker:
36,93% van € 73.032 = € 26.970
49,50% van (€ 81.660 – 73.032=) € 8.628 = € 4.271
Totaal: € 31.241
De auto van de zaak kost hem dus (€ 31.241 – € 26.220 =) € 5.021 aan (extra) inkomstenbelasting, oftewel € 418,42 per maan.
Let op: Het betreft nog steeds dezelfde auto. Uit dit rekenvoorbeeld blijkt dat de kosten van de auto hoger worden naarmate de medewerker een hoger salaris ontvangt.
De medewerker kan besluiten dat de hoogte van de extra belasting hem iets teveel is, en privé een (goedkopere) auto rijden. Hij moet dan wel een sluitende kilometerregistratie bijhouden, om aan te tonen dat hij de auto niet gebruikt voor persoonlijke ritten.
Een voordeel heeft de medewerker die privé een eigen auto gebruikt: Woon-werkverkeer wordt door de Belastingdienst gezien als een zakelijke rit.
Heb je na het lezen van dit artikel nog vragen over de bijtelling? Schroom dan niet om contact op te nemen, we helpen je graag!