We worden allemaal ouder. Vroeg of laat besluit je met pensioen te gaan. Maar dan moet je wel eerst voldoende pensioen opbouwen. Hoeveel geld moet je opzij zetten om voldoende pensioen op te bouwen?
Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met pensioensparen. Voor werknemers is dat vaak relatief eenvoudig. Wie onder een cao valt, valt min of meer standaard onder een pensioenregeling. Dat heeft effect. Volgens het CBS hadden (eind 2016) bijna 9 miljoen Nederlanders aanspraak op één of meer ouderdomspensioenen. Opvallend: van die 9 miljoen mensen bouwde slechts twee-derde op dat moment actief pensioen op. Een ander saillant detail: het pensioen van mannen ligt ruim een derde hoger dan het bedrag dat vrouwen opgebouwd hadden.
Hoewel 9 miljoen werknemers pensioen opbouwden, lazen de vakbonden de pensioencijfers anders. Zij signaleerden dat ruim een miljoen -13% van de beroepsbevolking- mensen geen pensioen opbouwde. De vakbonden wijzen erop dat werknemers met een flexibel contract, mensen met een migratieachtergrond en de lage inkomens geen pensioen opbouwen. Zij moeten rondkomen van enkel de AOW. En wie wél pensioen opbouwt, bouwt vaak te weinig op, bijvoorbeeld doordat van baan gewisseld wordt, of doordat iemand een tijdje niet of minder pensioen opbouwt. Volgens de Rabobank gaat het zelfs om 50% van de Nederlanders.
Als het voor werknemers, voor wie veel geregeld is, al zo moeilijk is een goed pensioen op te bouwen, laat het zich raden dat ook er ook onder ondernemers vaak te weinig pensioen wordt opgebouwd. Als ondernemer ben je helemaal zélf verantwoordelijk voor alles rondom pensioensparen.
Nederland klopt zich vaak op de borst omdat het land het beste pensioenstelsel zou hebben. Mercer, een onderzoeksbureau dat elk jaar de pensioenstelsels van 47 landen onderzoekt bevestigt dit. Althans, voor 2023. In 2022 stond IJsland op de eerste plek, maar in 2023 heeft Nederland die positie overgenomen. Het brons ging naar Denemarken.
De kracht van het Nederlands pensioenstelsel is dat elk pensioen uit drie pijlers bestaat. De eerste pijler is de Algemene Ouderdoms Wet (AOW). Daarvoor is elke Nederlander verzekerd. De AOW-uitkering is echter aan de lage kant. De ANBO noemt de AOW zelfs te weinig om van rond te komen.
De tweede pijler betreft de aanvullende pensioenopbouw via de werkgever. Deze is relevant voor alle werknemers. De derde pijler betreft het pensioen dat je zelfstandig opbouwt, bijvoorbeeld via een verzekeraar. Ondernemers (inclusief DGA’s) moeten het qua pensioenopbouw vooral hebben van deze derde pijler.
Als je overweegt geld opzij te zetten om extra pensioen op te bouwen, is het handig eerst te bepalen hoeveel je eigenlijk moet sparen. Een veel gehanteerde vuistregel is de 70%-regel: je pensioen moet 70% van je laatstverdiende brutoloon zijn. Na je pensionering betaal bijvoorbeeld geen premie voor de AOW meer, waardoor je met minder geld toe kan.
Maar pas op: dit is geen wet van Meden en Perzen. De 70% is een vuistregel, maar hoeveel pensioen je nodig hebt, kan per individu verschillen. Factoren die hierbij een rol spelen zijn:
Weten hoeveel pensioen je nodig hebt is stap 1. Stap 2 is voldoende geld opzijzetten om dat doel te bereiken. Gelukkig heb je misschien al een deel opgebouwd. Bijvoorbeeld doordat je, voordat je ging ondernemen, een tijd in loondienst hebt gewerkt.
Check altijd hoeveel pensioen je hebt opgebouwd via https://www.mijnpensioenoverzicht.nl/. Log in met je DigID en je weet binnen een paar minuten precies hoeveel pensioen je tot nu toe hebt opgebouwd.
Nu je weet hoeveel je hebt én hoeveel je nodig hebt, weet je ook wat je nog moet doen om meer pensioen op te bouwen. Begin hier snel mee, want hoe langer je tot je pensioendatum, hoe langer je geld kan renderen. Goed nieuws: vanaf 1 juli 2023 mag je 30% van je jaarinkomen aanwenden om pensioen op te bouwen.