Vakantiegeld is een belangrijke arbeidsvoorwaarde, waarover veel in de wet is vastgelegd. In dit artikel vertellen we je er alles over.
Als ondernemer zorg je goed voor je personeel. Je zorgt dat je medewerkers al het nodige hebben om hun werk goed te kunnen doen én je doet er alles aan om ervoor te zorgen dat ze met plezier naar hun werk komen. Maar: hoe leuk het werk ook, er is iets dat nóg leuker is. Vakantie!
Vakantie heeft één nadeel: het kost geld. Halverwege 20e eeuw vond de sociale beweging hier een oplossing voor: vakantiegeld. Deze vakantietoeslag (de wettelijke term) werd een standaard onderdeel van de arbeidsvoorwaarden en werd stevig verankerd in de wetgeving.
Het berekenen en uitbetalen van de vakantietoeslag is dus sterk gereguleerd. In dit artikel vertellen we je alles wat je moet weten over het vakantiegeld.
Vakantiegeld (ook bekend als vakantietoeslag of vakantiebijslag) is een extra betaling bovenop het reguliere salaris van werknemers. In Nederland is het gebruikelijk dat vakantietoeslag 8% bedraagt van het brutoloon van een werknemer. Dit extra geld wordt jaarlijks uitbetaald en stelt werknemers in staat om tijdens vakantieperiodes hun financiële verplichtingen te blijven voldoen.
Als werkgever in Nederland ben je verplicht om vakantiegeld uit te betalen aan je werknemers. Dit is vastgelegd in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). Zelfs als je slechts één werknemer in dienst hebt, ben je verplicht om vakantietoeslag te betalen. Het niet naleven van deze verplichting kan leiden tot juridische problemen en boetes.
De vakantietoeslag moet minimaal 8% van het bruto jaarsalaris bedragen. Wanneer een medewerker meer uren werkt dan in het contractueel overeengekomen aantal, moet ook over het overwerk 8% vakantiegeld worden uitgekeerd.
Er is één uitzondering: wanneer een medewerker méér dan 3x het minimumloon verdient, kan schriftelijk worden overeengekomen dat een lager (of geen) vakantiegeld wordt uitgekeerd.
Het berekenen van vakantietoeslag is vrij eenvoudig. Over het algemeen bedraagt het 8% van het bruto jaarsalaris van een werknemer. Om dit te berekenen, vermenigvuldig je het bruto maandsalaris met 12 (het aantal maanden in een jaar) en vervolgens met 0,08. Het resulterende bedrag is het totale vakantiegeld dat de werknemer zou moeten ontvangen.
In de praktijk bereken je de vakantietoeslag bij elke salarisrun. Bij elke medewerker wordt 8% van het brutoloon opzijgezet (gereserveerd). Hierdoor ontstaat een kortlopende schuld op de balans, die eenmaal per jaar wordt uitgekeerd.
Traditioneel wordt de vakantietoeslag in Nederland in de maand mei uitbetaald. Dit is vooral zo gegroeid uit praktische overwegingen: als mensen in de zomermaanden op vakantie gaan, moet veelal in mei worden geboekt en betaald.
Het is verplicht minimaal eenmaal per jaar de vakantiebijslag uit te keren, maar werkgevers hebben enige flexibiliteit bij het bepalen van het exacte tijdstip van uitbetaling. Sommige bedrijven kiezen ervoor om het vakantiegeld eerder in het jaar uit te betalen, terwijl anderen ervoor kiezen om het later te doen.
Hoe en wanneer je het vakantiegeld ook uitkeert, het is belangrijk om duidelijke afspraken te maken met werknemers over wanneer zij hun vakantiegeld kunnen verwachten.
Stel: een medewerker die al jaren voor je onderneming werkt, gaat eind december uit dienst. Hoe zit het dan met zijn of haar vakantiebijslag ? Sinds de laatste uitbetaling van het vakantiegeld in mei is 8 maanden vakantiegeld opgebouwd. Komt deze vakantie-uitkering te vervallen? Of moet je het opgespaarde bedrag komende mei uitbetalen?
Het is belangrijk te weten dat het opgebouwde vakantiegeld een schuld van de onderneming aan de werknemer is. Het geld is eigendom van de vertrekkende werknemer. Het feit dat de medewerker in de maand waarin je de vakantietoeslag normaal uitkeert niet meer voor je werkt is dus niet relevant.
Sterker nog: in Nederland is het verplicht de vakantiebijslag uit te betalen aan een werknemer zodra deze uit dienst gaat, ongeacht de reden van het vertrek. Dit geldt voor zowel tijdelijke als vaste werknemers. Het vakantiegeld dat nog niet is uitbetaald, moet worden opgenomen in de eindafrekening van de werknemer.
Er bedrijven die het vakantiegeld elke maand uitkeren. Dit is vooral in de uitzendsector gebruikelijk. Voor de medewerker krijgt het geld dat bedoeld is om jaarlijks van op vakantie te kunnen gaan bij maandelijkse uitkering al snel het karakter van vast loon. Daardoor ontstaat de neiging het elke maand direct uit te geven, waardoor ze alsnog niet in staat zijn een vakantie te boeken. Bij maandelijkse uitbetaling kan de vakantietoeslag haar doel dus missen.
Het voordeel van het maandelijks betalen van de vakantiebijslag is dat je de financiële last voor zowel werkgevers als werknemers te spreiden. Als je ervoor kiest om vakantiegeld maandelijks uit te betalen, moet je ervoor zorgen dat dit duidelijk wordt gecommuniceerd aan je werknemers en dat het correct wordt berekend.
Soms kunnen werknemers om persoonlijke redenen vragen om hun vakantiegeld eerder uitbetaald te krijgen. Als werkgever ben je niet verplicht om hieraan te voldoen, tenzij dit specifiek is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst of de cao. Als je ervoor kiest om aan het verzoek tot eerdere uitbetaling gehoor te geven, is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken en eventuele gevolgen hiervan te bespreken.
Bij Webministratie krijgen we elk jaar veel vragen over de vakantiebijslag. In dit artikel hebben we de belangrijkste en meest gestelde vragen (FAQ) over het vakantiegeld besproken. Heb je andere vragen over de vakantiebijslag? We helpen je graag.