Welk Btw-tarief geldt bij de verkoop van paarden? De regels rondom de omzetbelasting bij het verkopen van een paard zijn nét even anders dan normaal. In dit artikel bespreken we de Btw zoals die geldt in de paardensector.
Op het eerste gezicht lijkt het eenvoudig. Bij het opstellen van een verkoopovereenkomst verkoop je het paard tegen een prijs exclusief btw. Vervolgens breng je de koper de Btw in rekening die je afdraagt bij je aangifte omzetbelasting.
Bij het verkopen van een paard aan een particulier is de belasting op de toegevoegde waarde eenvoudig te verwerken: altijd 21%.
De Btw-regels worden pas ingewikkeld wanneer je paarden verkoopt aan een andere ondernemer. Hier is leidend wat voor “soort” paard je verkoopt. Oftewel: hoe zal het paard in de toekomst gebruikt gaan worden. In Nederland is het Btw-tarief 21%, tenzij sprake is van een specifiek tarief (9% of 0%). Als je twijfelt welk tarief van toepassing is, is de Belastingdienst je beste bron. Op haar site zegt de fiscus dat het opfokken van dieren onder het 9%-tarief valt. Het opfokken en africhten van paarden worden hierbij zelfs als voorbeeld genoemd van een dienst die onder het lage btw-tarief valt.
Opfokken wordt omschreven als de tijd “waarin een veulen opgroeit tot een jongvolwassen paard”, terwijl het africhten gaat om het zadelmak maken en het “geschikt maken als rijpaard en menpaard”.
Helaas is het niet zo simpel als het op het eerste gezicht lijkt. Soms duurt het lang voordat een paard geheel is afgericht. Of je geeft extra training aan het paard waardoor het als dressuurpaard of springpaard gebruikt kan worden. In die gevallen geldt dat 21% btw gerekend moet worden. Ook wanneer voor het paard een startkaart is aangevraagd ziet de Belastingdienst het paard niet meer als rij- of menpaard, maar als een wedstrijdpaard, waarover 21% Btw geheven wordt.
Het 9%-tarief geldt, zoals gezegd, alleen voor het opfokken en africhten van een paard. Is een paard inmiddels 5 jaar oud (of ouder)? Dan kan niet gezegd worden dat je de koper van je paard de dienst van het opfokken en africhten verleent. Ook dan moet dus 21% btw op de verkoopfactuur staan.
Verkoop je een paard als slachtpaard? Dan is geen sprake van de dienst, maar wordt het paard als een dier beschouwd dat is bestemd voor de productie van “voedingsmiddelen voor menselijke consumptie”, en mag je het 9% tarief gebruiken. Ook als het paard is bestemd als dekhengst of fokmerrie (of bedoeld is voor landbouwproductie), geldt het 9% tarief.
Soms zul je een paard verkopen waarvan je weet dat het voor zowel de fokkerij als voor sport wordt ingezet. Sport wordt immers vaak gebruikt om te tonen hoe sterk (en dus: hoe geschikt voor de fok) het paard is. Het paard valt dan deels onder het lage tarief en deels onder het hoge tarief.
Maar hoe maak je die verdeling? Daarvoor gebruik je standaard percentages, die zijn vastgesteld door de overheid.
Bij dekhengsten is 75% van de verkoopprijs belast met 9% omzetbelasting en de rest met 21%. Bij merries is de verdeling gelijk: de helft van de verkoopprijs valt onder het hoge tarief, de andere helft onder het lage tarief.
In de paardensector is het niet ongebruikelijk over de grens te kijken voor een nieuw paard. Bij het verkopen van een paard aan een klant in het buitenland gelden de normale regels. Verkoop je het paard aan een ondernemer in een ander EU-land? Dan geldt de Btw-verlegd regeling. Verkoop je aan een particulier? Dan handel je het af als een binnenlandse transactie. Exporteer je het paard naar buiten de EU (en kun je bewijzen dat het paard de EU heeft verlaten)? Dan hanteer je het 0%-tarief voor export.
Binnen de hippische sector wordt vaak gesproken van de 3-maanden termijn. Dit zou een regel zijn die stelt dat je het paard nog een paar maanden binnen de EU mag stallen, voordat de export plaatsvindt. In die tijd zou je (bijvoorbeeld) nog wat extra training kunnen geven.
Deze regel bestaat niet! Als het paard niet direct nadat de verkoopovereenkomst is ingegaan de EU verlaat, moet je de transactie als een binnenlandse verkoop behandelen.
Net als bij auto’s bestaat voor de paardensector een specifieke Btw-regeling: de margeregeling. Zodra een paard onder de margeregeling valt, bereken je de Btw niet over de verkoopprijs van het paard (zoals opgenomen in het verkoopcontract), maar over het verschil tussen de verkoop- en de inkoopprijs.
Onder de margeregeling vallen in elk geval de paarden die je hebt ingekocht van een particulier, maar ook de paarden die je zelf hebt gefokt.
De Btw-regels zijn best ingewikkeld, zeker in de paardensector. Maar iedereen “geacht wordt de wet te kennen”. Bij fouten kan de Belastingdienst een boete opleggen, ook als je aanvoert dat het best ingewikkeld is.
Zorg daarom altijd dat in het verkoopcontract van het paard duidelijk wordt onderbouwd welk Btw-tarief van toepassing is. Dat gaat verder dan alleen de zinssnede “het verkochte paard wordt gebruikt als fokmerrie”. Je moet een uitgebreid dossier opbouwen, waaruit dit blijkt. Verzamel alle documenten die laten zien dat het paard echt voor de fokkerij bestemd is.