Je zocht vrijheid en hebt gekozen voor een bestaan als ZZP'er. Pas op dat je niet in de val van schijnzelfstandigheid valt. We vertellen er alles over.
Je werkt als ZZP’er omdat je houdt van de vrijheid om zelf te bepalen hoe en waar je werkt. Maar ben je wel echt zelfstandig, of is sprake van schijnzelfstandigheid? Het komt vaak voor dat een ZZ-relatie een verkapt dienstverband blijkt te zijn, met allerlei gevolgen. In dit artikel onderzoeken we of je ZZP’er bent of schijnzelfstandige, wat dit eigenlijk betekent en hoe de wet DBA probeert duidelijkheid te verschaffen.
Een loodgieter kan werken in loondienst, of als zzp’er. Maar er kan ook sprake zijn van een rechtsvermoeden van een dienstverband (schijnzelfstandigheid)
Wanneer ben je ZZP-er? Het lijkt zo’n simpele vraag. Want de term ZZP-er laat weinig te raden over. Je bent zelfstandige zonder personeel (ZZP) als je zelfstandig bent en geen personeel hebt. Dat betekent dat iedereen die als ondernemer werkt zonder mensen in loondienst te hebben zzp-er is. Dat geldt voor de grafisch ontwerper die al die mooie reclame-uitingen creëert, voor de specialist die jouw dakkapel heeft geïnstalleerd en voor de loodgieter die altijd klaar staat bij calamiteiten. Maar is het wel zo duidelijk?
Nee. Als het echt zo duidelijk was, hoefden wij geen artikel te wijden aan de vraag “Ben ik ZZP’er of schijnzelfstandige”. Maar belangrijker nog: als het onderscheid zo duidelijk was, hoefden rechters zich er niet over te buigen, laat staan de Tweede Kamer. Toch is dit wat er gebeurt. De rechter heeft ich al uitgesproken over de bezorgers van Deliveroo, de chauffeurs van Uber, de postbezorgers van PostNL en zelfs over muzikanten die deel uitmaakten van een orkest.
Iets recenter oordeelde de rechter dat de bezorgers van Picnic gewoon onder de supermarkt-CAO behoren te vallen, al lijkt dáár het laatste woord nog niet over gezegd.
Ook in de Tweede Kamer maakt men zich druk over schijnzelfstandigheid. Want was het gebruik van ZZP’ers door PostNL eigenlijk niet gewoon een manier om loonheffing te voorkomen, vroegen Kamerleden aan het kabinet?
Het moge duidelijk zijn: schijnzelfstandigheid van ZZP’er, verkapte dienstverbanden en het rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst zijn een hot topic!
Om de discussie goed te kunnen voeren is het belangrijk te weten wat de termen ZZP’er, schijnzelfstandige of werknemer precies betekenen.
ZZP’ers opereren doorgaans als eenmanszaken en zijn verantwoordelijk voor hun eigen belastingen, verzekeringen en andere zakelijke verantwoordelijkheden. Ze genieten van flexibiliteit in hun werk en hebben de vrijheid om hun eigen tarieven en werkschema’s te bepalen. De ZZP’er mag zelfs besluiten welke klussen hij of zij aanneemt en welke niet. Voor een opdrachtgever is een ZZP’er vaak aantrekkelijk omdat je er niet aan vast zit. Als de opdracht is afgerond, is de ZZP’er weer op weg naar (of begonnen aan) de volgende klus.
Een werknemer is iemand die arbeid verricht op basis van een arbeidsovereenkomst. Een werknemer heeft een dienstbetrekking. Dat betekent dat:
Een dienstverband is vooral aantrekkelijk wanneer sprake is van structurele werkzaamheden. Het is dan aantrekkelijk iemand in dienst te nemen en deze persoon voor langere tijd aan je te binden, waarbij de toenemende ervaring leidt tot stijgende productiviteit.
Als creatief ZZP’er wil je dat jouw opdrachtgevers erop kunnen vertrouwen dat geen sprake is van een verkapt dienstverband. Hoe? Dat lees je hieronder.
Een schijnzelfstandige is iemand die ogenschijnlijk een ZZP’er is. De schijnzelfstandige is bijvoorbeeld ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en stuurt regelmatig facturen. Maar als je dieper kijkt, is vaak sprake van een verkapt dienstverband. Deze persoon is in naam dan wel zelfstandig, maar heeft zich te houden aan voorschriften van de opdrachtgever (gezagsverhoudingen), werken op tijden die voor hem of haar bepaald worden (gezagsverhouding) en voor een vast tarief. Vaak heeft de schijnzelfstandige maar één opdrachtgever. Bovendien mag de schijnzelfstandige zich niet laten vervangen door een ander (moet werk zelf verrichten).
Er is sprake van een rechtsvermoeden van een verkapt dienstverband wanneer er aanwijzingen zijn dat een arbeidsrelatie eigenlijk een dienstverband is, ondanks dat deze als zelfstandigheid is gepresenteerd. Dit rechtsvermoeden houdt in dat als aan bepaalde criteria is voldaan, de arbeidsrelatie wordt beschouwd als een dienstverband, tenzij de opdrachtgever kan aantonen dat er sprake is van echte zelfstandigheid.
PostNL was hiervan een mooi voorbeeld. Bezorgers werden verplicht om te investeren in een bus die aan specifieke eisen voldoet, moesten hun routes op bepaalde momenten rijden en zich volledig voegen naar de eisen van PostNL. Bovendien moesten de bezorgers hun werk zelf uitvoeren en was het voor hen niet mogelijk om naast PostNL andere klanten te bedienen. Voor de rechter was dit duidelijk: deze mensen hebben recht op een arbeidsovereenkomst.
Je zou kunnen denken dat er eigenlijk geen probleem is. Als iemand voor PostNL wil werken op de gestelde voorwaarden; laat ze!
Het probleem is dat schijnzelfstandigheid vooral gunstig is voor de opdrachtgever. Die hoeft geen loonheffing af te dragen, de opdrachtgever loopt geen risico in verband met ziekte en dergelijke. Ook gebruiken werkgevers de ZZP-constrctie nogal eens om te voorkomen dat ze zich aan de cao moeten houden. Dit gold bijvoorbeeld voor Uber, maar ook voor de bezorgers van Picnic.
De PostNL-bezorger is echter volledig afhankelijk, maar krijgt vaak minder betaald dan een werknemer en bouwt amper socialezekerheidsrechten op. Het is dus vooral een manier voor grote bedrijven om de positie van de werkenden uit te hollen en daarmee de verworvenheden van de vakbondsstrijd een eeuw terug te draaien.
Bedrijven die schijnzelfstandigen inhuren, kunnen oneerlijk concurreren met bedrijven die zich aan de regels houden en werknemers in dienst hebben. Dit kan leiden tot een race naar de bodem op het gebied van lonen, arbeidsvoorwaarden en arbeidsrechten. Kamerlid Mei Li Vos sprak in het Kamerdebat in 2016 van een “moordende concurrentie op arbeidsvoorwaarden”.
Schijnzelfstandigheid brengt risico’s met zich mee voor alle betrokkenen. Om te beginnen loopt de ZZP’er een hoop zaken mis die voor iemand die in loondienst hetzelfde werk doet heel normaal zijn. Denk aan vakantiedagen, ziekteverlof, een pensioenregeling of een werkloosheidsverzekering. Voor de ZZP’er kan de constatering dat sprake is van schijnzelfstandigheid ook een stevige naheffing van belastingen en sociale premies opleveren. Dat kan zelfs leiden tot faillissement.
De opdrachtgever/werkgever kan bij schijnzelfstandigheid door de Belastingdienst worden aangesproken op achterstallige loonheffingen en andere verplichtingen. Los van de reputatieschade die dit met zich meebrengt brengt dit automatisch ook boetes en naheffingen met zich mee.
De bouw werkt veel met ZZP’ers, maar ook hier bestaat een risico van verkapt dienstverband (schijnzelfstandigheid)
Omdat geconstateerde schijnzelfstandigheid voor werkgevers financieel nogal ingrijpend kan zijn, is het voor de meerderheid van de werkgevers iets wat ze absoluut willen voorkomen. In het verleden werd hiervoor de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) gebruikt. Deze verklaring, die tot 2016 werd gebruikt, kon door de opdrachtnemer (de ZZP’er) worden aangevraagd. De Belastingdienst verklaarde vervolgens of sprake was van winst uit onderneming (wuo), dienstbetrekking, resultaat uit overige werkzaamheden, of van een DGA situatie.
Op 1 mei 2016 werd de VAR vervangen door de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. Deze wet wil duidelijkheid verschaffen over de aard van arbeidsrelaties en schijnzelfstandigheid voorkomen.
De Wet DBA biedt opdrachtgevers en ZZP’ers meer zekerheid over de aard van hun arbeidsrelatie. Door het gebruik van zelfstandigenverklaringen kunnen zij vooraf duidelijkheid krijgen over hun rechten en plichten, waardoor ze minder risico lopen op conflicten met de Belastingdienst.
De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) is onder de Wet DBA vervangen door zelfstandigenverklaringen. Deze worden ook wel modelovereenkomsten genoemd. De zelfstandigenverklaringen worden opgesteld tussen opdrachtgevers en ZZP’ers en beschrijven de aard van de arbeidsrelatie. Ze moeten voldoen aan de criteria die door de Belastingdienst zijn vastgesteld om als geldig te worden beschouwd.
De Belastingdienst gebruikt de zelfstandigenverklaring om te beoordelen of de arbeidsrelatie tussen de ZZP’er en de opdrachtgever als zelfstandig kan worden beschouwd. De Belastingdienst kijkt onder andere naar de mate van zelfstandigheid, vrijheid en ondernemersrisico van de ZZP’er. Lijkt de feitelijke situatie op die van een werknemer?
Het is de taak van de Belastingdienst om de wet DBA te handhaven. Ze doen dit door steeksproefsgewijze controles. Als uit deze controles blijkt dat de feitelijke situatie niet overeenkomt met de zelfstandigenverklaring, kan de Belastingdienst ingrijpen. Dit kan leiden tot naheffingen van belastingen en premies, boetes en andere juridische gevolgen voor zowel de opdrachtgever als de ZZP’er. Overigens is de Belastingdienst vooralsnog terughoudend met sancties. Alleen wanneer sprake is van duidelijke kwaadwillendheid volgen boetes. Wie te goeder trouw heeft gehandeld krijgt (vooralsnog) alleen een aanwijzing.
Gebruik een modelovereenkomst om geheel Wet-DBA-proof te werken als ZZP’er: gegarandeerd vrij van schijnzelfstandigheid. (Afbeelding: Belastingdienst.nl, 13-05-2024)
Als je bewust hebt gekozen voor een leven als ZZP’er zit je natuurlijk niet te wachten op een rechtsvermoeden van een arbeidsrelatie waardoor je alsnog het dienstverband in rolt. Gelukkig kun je als ZZP’er veel doen om echt als ZZP’er gezien te worden. Veel van die dingen doe je, als het goed is, toch al.